Translation results for ‘finish’

finish → geendian

Verb
Present Preterite
Indicative
1st person (ic) geendige (ic) geendode
2nd person (þū) geendast (þū) geendodest
3rd person (hē/hēo/hit) geendaþ (hē/hēo/hit) geendode
Plural (wē/gē/hīe) geendiaþ (wē/gē/hīe) geendodon
Subjunctive
Singular geendige geendode
Plural geendigen geendoden
Participles
Plural geendiende geendod
Imperative
Singular geenda -
Plural geendiaþ -
Inflected Infinitive
geendienne

finish → gefyllan

Verb
Present Preterite
Indicative
1st person (ic) gefylle (ic) gefylde
2nd person (þū) gefyllest, gefylst (þū) gefyldest
3rd person (hē/hēo/hit) gefylleþ, gefylþ (hē/hēo/hit) gefylde
Plural (wē/gē/hīe) gefyllaþ (wē/gē/hīe) gefyldon
Subjunctive
Singular gefylle gefylde
Plural gefyllen gefylden
Participles
Plural gefyllende gefylled
Imperative
Singular gefyll -
Plural gefyllaþ -
Inflected Infinitive
gefyllenne